logo jacob israel de haan
logo jacob israel de haan

Wat is de Zaan een mooie, brede stroom.

Ik ben een jongen te Zaandam geweest.

Jeruzalem zó teder als een droom,

Herdenk ik hier mijn jeugd en elk Joods Feest.

RON MESLAND

LIEDEREN OP TEKST VAN JACOB ISRAEL DE HAAN


 

Componist/zanger Ron Mesland werkt sinds 2018 aan liederen voor zang en piano.

Zijn eerste grote project op dat gebied betrof de cyclus “40 Kwatrijnen van Jacob Israel de Haan”. Hij liet zich daarbij beïnvloeden door Billy Strayhorn, Schubert, Weill, Poulenc en Bach. Gepubliceerd als bladmuziek in 2022. 

Al deze de Haan liederen zijn te beluisteren op de YouTube Playlist.


Ochtend in Londen (1919). Muziek en vertaling Ron Mesland. Tekst Jacob Israel de Haan. Piano Maarten Hillenius. 2019.


RON OVER ZIJN KWATRIJNENLIEDEREN:

Op 26 november 2019 sprak ik op uitnodiging van Gert Hekma en Mattias Duyves bij het Jacob Israël de Haan Genootschap op hun jaarlijkse bijeenkomst. 

“Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen” was de titel van een dichtbundel die ik kado kreeg toen ik 20 werd, in 1983. Ik woonde toen in Rijnsburg, en was op dat moment coördinator van de HIK: de Homoseksuele Interaktiegroep Katwijk. Een broeinest van jonge vissers. Iets met dat mateloze verlangen doen was in die vroege jaren 80 op die plek, in de Bible belt, nauwelijks eenvoudiger dan in de tijd van De Haan. In Katwijk en het belendende Rijnsburg, was antihomo-geweld heel gewoon, we hadden een achterbuurman die zich verhing, een christelijke arts (en gemeenteraadslid) die homo’s naar Endegeest, het gekkenhuis in Oegstgeest, verwees… de driekwart eeuw smolt weg als sneeuw voor de zon. Lees het boek “In Katwijk is alles anders” van T. van Deursen, erop na, al staan de gruwelijke details er niet in.

De homo-erotische kant van De Haan resoneerde bij mij als jongen het sterkst, en veel passages in de roman Pijpelijntjes en in de gedichten ontroeren me nog steeds. Wat een lef had hij, of wat was hij naïef, of is dat hetzelfde, om dergelijk werk in die tijd te publiceren. En wat werd daar door sommige van zijn vroege biografen laatdunkend over gedaan. 

In mijn jeugd, ondanks of dankzij klassieke pianolessen (Mozart, Bartók, Haydn), schreef ik al muziek en tekst in hippere muziekstijlen. Op het conservatorium werd ik als zanger opgeleid in de jazz. Klassieke muziek herontdekte ik weer na mijn opleiding: de piano-muziek van Debussy, liederen van Schubert, Weill en Poulenc. Eind 2018 maakte ik een afspraak met een bevriende schrijver: als hij elke dag een stukje zou schrijven zou ik elke dag een kwatrijn van De Haan op muziek zetten. Binnen enkele maanden ontstonden zo de eerste 30 liederen. Voor de muzieknotatie liet ik me adviseren door componist Lucas Wiegerink. Pianist Maarten Hillenius speelde mijn nieuwe composities voor, omdat ik boven mijn macht als pianist schreef.

100 jaar geleden, in 1919, vertrok Jacob de Haan naar Palestina. Zijn kwatrijnen getuigen van bijna elke fase van de reis. Eerst met een schip, “De Vlaardingen”, naar Engeland (1. Afreis). Londen, waar hij zijn papieren voor Palestina moest regelen, zat vol militairen vlak na de eerste wereldoorlog, en beviel hem slecht (3. Ochtend in Londen). Naar Parijs, waar hij het te druk had om er veel kwatrijnen te schrijven (4. Parijs). Tijdens de treinreis door Europa naar Italië (6. Eetwagen, t/m 9) barst hij los, om er tot zijn dood niet meer mee op te houden. Gedachten aan het afscheid van Holland, aan een geïdealiseerd Jeruzalem in het verschiet, en dan Napels: het lichte leven, en matrozen met bloeiende ogen (11. Napels en 20. Een Matroos).

Over zijn religieuze, Joodse kant voel ik me minder deskundig, maar… (uit lied 36, Troost:) “God kan ons niet van onze zonden reinigen / Omdat onze zonden zijne zonden zijn.” Ook voor een katholiek opgevoed kind zijn dit troostrijke regels. Iets in zijn poëzie maakt me opgewekt, zelfs als het onderwerp treurig is. De troost van religie heeft me altijd gefascineerd, juist als die troost gepaard gaat aan twijfel. Als je van je geloof niet mag zijn wie je bent, lijkt wat twijfel me ook wel logisch. 

Als christelijke homojongen uit Rijnsburg meende ik in dat opzicht een zielsverwant tegen te komen in de Joodse homojongen uit Zaandam: in de bonte afwisseling van sensualiteit en religieus schuldbesef herkende ik veel, al kon ik dat schuldbesef vermoedelijk makkelijker afschudden. Voor veel van mijn generatiegenoten gold en geldt dat, eerst door AIDS en later door terugkerend conservatisme, misschien niet.

Bedeljongens. Muziek en vertaling Ron Mesland. Tekst Jacob Israel de Haan. Piano Maarten Hillenius. 2021.

In 1919 reisde de dichter via Italië naar Palestina, waar hij dit lied schreef, geïnspireerd door Napolitaanse bedelaarsjongens. Foto's o.a. van Wilhelm von Gloeden. ©2019℗2022ronmesland


Als ik de kwatrijnen als dagboeknotities lees roepen ze het beeld op van een tomeloze figuur, zeer sociaal en soms asociaal, die veel aandurfde, op artistiek èn menselijk vlak. Het gaat over politiek, over zijn geloof, ongeloof… over de hertenpootjes van herdersjongens en ezeltjes, en in één moeite door over heimwee naar het landschap van Holland en van zijn Joodse jeugd. Hij hanteert een woordenpalet dat het dichtwerk soms gedateerd en voorspelbaar maakt: begrippen als Eeuwigheid, de Dood, Rust, Onrust, Vreugd en Deugd, komen vaak terug, worden keer op keer als rijmwoord gebruikt. Maar vrijwel ieder gedicht heeft wel een regel of een gedachte die er karakter aan geeft, het boven zijn tijd uit tilt. In dat opzicht doen de kwatrijnen denken aan kernachtige liedteksten van pakweg The Beatles of Cole Porter, die ook clichés afwisselen met prachtige vondsten.

Zo’n cliché geeft mij als componist een handvat, een vaak terugkerend woord biedt de gelegenheid om een beetje uit te pakken. Al zal ik zelden, zoals Bach, een paar pagina’s doen over een Halleluja, ik houd van muzikale lijnen die onder een woord of frase doorlopen en erop reageren. Bijv. het kwatrijn “In rust” gaat zo: “Maar lees de woorden van mijn liederen niet, lees het onhoorbare achter woorden”. De rust is dus bedriegelijk, en zo heb ik het ook getoonzet (16. In rust).

Er zit geen verhaallijn in de Kwatrijnen, zoals in de Winterreise van Schubert, maar de terugkerende motieven en variaties op eendere thema’s binden het materiaal wel sterk samen. Of het als dichtwerk geslaagd is, daar oordeel ik als musicus niet over, daar hadden we vroeger J.C. Bloem, Nijhoff en David Koker voor, en nu Mohammed Benzakour*. (* Die wat later ook een lezing over De Haan’s werk gaf).

Alle gedichten waarop ik muziek heb gemaakt zijn mij gaandeweg dierbaar geworden, en ik hoop dat er zangers en pianisten zijn, misschien zelfs in de zaal of in uw kennissenkring, die deze poëzie, in deze vorm, verder willen brengen. Ik heb daar ook zo mijn plannen voor, maar uw reacties en input zijn heel erg welkom.

Ron Mesland, 26 november 2019.  Meer info: www.mesland.nl


Zatheid (1921?) Muziek en vertaling Ron Mesland. Tekst Jacob Israel de Haan. Piano Maarten Hillenius. 2019.